Historie
Lang geleden, in het jaar 1962, kende de Keizerstad een handvol studenten met allen een gedeelde passie. Naast het drinken van bier, en voornamelijk heel hard studeren, vonden zij het belangrijk om een sportieve afleiding te hebben. Deze afleiding vonden zij in de tennissport.
Gekleed in té korte broekjes en gewapend met een houten tennisracket, riepen zij de studententennisvereniging N.S.L.T.C. Slow, de Nijmeegse Studenten Lawn Tennis Club Slow, in het leven. Deze naam is een persiflage op de flitsende namen van andere Nijmeegse tennisverenigingen, zoals Quick, Rapiditas en Avanti. Studenten zijn immers lui, dik en drinken alleen maar bier, zo luidt het vooroordeel.
Echter nu, ruim 60 jaar later, is deze vereniging van een uit de hand gelopen vriendenclubje, uitgegroeid tot een vereniging waar het Nijmeegse studentenleven niet langer meer omheen kan. Zo nemen honderden leden ieder jaar namens Slow deel aan de voorjaars- en najaarscompetitie en wordt er ieder jaar een open toernooi voor de regio Nijmegen georganiseerd en een groot extern toernooi voor tennissende studenten uit alle studentensteden. Sinds jaar en dag kent Slow ook tal van leuke activiteiten naast de baan, zoals het introductieweekend, de Davis Cup, borrels, feesten en diners.
Op 31 januari 1962 zag N.S.L.T.C. Slow het levenslicht. Wie heeft 60 jaar geleden besloten om een studententennisvereniging op te richten? Wie heeft de eerste ballen geslagen bij onze mooie vereniging en wat was de reden van oprichting?
In 1962 wilden een aantal studenten graag competitie spelen, maar het ging ze toch iets te ver om bij een burgervereniging lid te worden. Samen met een subsidie van de universiteit en hulp van bondsgedelegeerde G. Terhorst zijn de eerste stappen gezet naar een studententennisvereniging. Samen met onder andere Alex Spoor is oprichter Ernest Raven naar een notaris gestapt op de Oranjesingel om de eerste statuten van N.S.L.T.C Slow op te stellen. Vanaf dat moment vieren wij rond iedere 31ste januari onze Dies natalis en hopelijk mogen we dat nog vele jaren doen.
Het spelen van competitie was de hoofdreden om Slow op te richten, maar er deed zich al snel een probleem voor. Er waren genoeg mannen om competitie te spelen, maar heren- of damesteams bestonden nog niet. Zodoende begon de jacht naar tennissende dames. Deze werden gevonden en zo kon Slow vanaf het eerste jaar met drie gemengde teams deelnemen aan de competitie. Dat deze dames geen studenten meer waren, was destijds geen enkel probleem. De universiteit was er maar wat blij mee dat er een studententennisvereniging bestond! De hoogste klasse die slow ooit gespeeld heeft is tweede klasse, al was dat natuurlijk wel in de beginjaren en totaal niet te vergelijken met de klassenverdeling van nu.
Een competitiedag van toen was een bijzonder iets. Op 20 februari 1964 werd Père van Waesberghe S.J (foto links) geïnstalleerd als beschermengel van Slow. Iedere zondagochtend voor aanvang van de competitiedag gingen de teams van Slow langs bij zijn kapelletje, in een zijstraat van de Oranjesingel. Daar woonden ze de mis bij en vanaf daar verspreidden de tennissers zich over Nederland. Het ene team moest naar Apeldoorn, terwijl het andere team zich richting de Goffertboerderij begaf om daar te gaan tennissen. Mocht je als team thuis spelen, had je rond het middaguur een extra hindernis. De zoon van de Goffertboerderij kwam met zijn bromfiets naar de tennisbaan. Op dat moment gingen de netten naar beneden en werden de banen gesleept. Niet met de hand, nee, het sleepnet werd achter de brommer gelegd. Zodra de banen gesleept waren, werden de netten weer opgespannen en de wedstrijd kon vervolgd worden.
Na een volle dag strijd op de tennisbaan zagen de teams elkaar weer op het einde van de dag bij de Chinees op Plein ‘44. Daar werd nasi voor 70 (gulden)cent gegeten om vervolgend de avond af te sluiten in het “Slow-Hol” (hierover later meer). De beschermengel van Slow, Père van Waesberghe S.J, was niet zomaar uitgekozen tot beschermengel, hij kon zelf ook nog een aardig balletje slaan. Vooral in de dubbel, met zijn linkshandige slagen, was hij een zeer geduchte tegenstander, ondanks dat hij aan één oog blind was. Het is wel te moeite waard om te melden hoe deze Père zijn zicht deels verloor; hij kreeg er namelijk een tennisbal op! Dus het was zeker een beschermengel die wist waar het bij tennissen om ging, de liefde voor de sport.
Slow was in de eerste jaren echt een vereniging waar het vooral om het tennissen ging. Andere activiteiten die we tegenwoordig in de Slowagenda hebben staan, waren er nog niet. Er bestond echter wel een laddercompetitie, die fanatiek uitgeoefend werd. In die tijd had niet elke student de luxe van een douche bij zijn kamer of hospita. Een bijkomend voordeel van het vele tennissen was dat alle leden konden douchen bij de Goffertboerderij! Natuurlijk was Slow op sommige momenten wel meer dan alleen een vereniging om te tennissen. Zo had de V&D een actie waarbij studenten 24 uur lang mochten bridgen in de etalage van hun warenhuis. Hier waren een hoop leden van Slow aanwezig om een kaartje te leggen. Spreek je tegenwoordig sporadisch nog een ‘eeuwige student’, 60 jaar geleden had je Sjef Theunissen. Sjef was een student die je uit bed moest halen voor aanvang van een competitie dag (iemand wakker bellen was toch nog niet mogelijk). Toch was Sjef ook wel handig om te hebben bij de club, want hij beschikte over een auto!
Daarnaast komt de naam Wim Verhallen ook vaak voor in de archieven. Al jaren staat hij op onze ledenlijst onder de noemer ‘erelid’, en niet zomaar. Als lid van het eerste jaar én nog steeds actief tennisser is Wim (foto rechts) gerust een Slow-veteraan te noemen. Hij heeft destijds zelfs een jaar college opgegeven om onze prachtige vereniging te besturen. Zowel in 1963 als 1964 werd Wim met zijn competitieteam kampioen! Duidelijk werd dat er in zestig jaar weinig veranderd is… de avond voor je kampioenswedstrijd nog een feestje hebben en in alle vroegte vertrekken in niet al te fitte staat zal de huidige Slowaak ook niet onbekend zijn! Na de competitie, die in die tijd alleen op zondag werd gespeeld, werd na afloop gezamenlijk ‘gechineesd’ met alle slowteams. Wim en zijn zus Maria woonden in die tijd bij een tante in de Pater Brugmanstraat. Een groot voordeel was dat hun tante stokdoof was, waardoor er vele aftercompetitiefeestjes gevierd konden worden. Ook herkenbaar…het ligbad werd gebruikt om het bier in te koelen! De kamers van de twee werden het ‘SLOW-hol’ genoemd en er werd regelmatig gefeest tot in de vroege uurtjes! De eerste jaren van Slow werd er getennist op de tennisbanen bij de Goffertboerderij. Vandaag de dag liggen hier nog steeds vijf gravel banen, waar een balletje geslagen kan worden. Vanaf 1666 wordt deze boerderij al genoemd in het archief van Nijmegen. In 1965 vond er een verbouwing van de boerderij plaats. Bij de receptie voor de heropening stond ook Slow op de gastenlijst. Wim Verhallen, Alex Spoor, Sjef Theunissen en Anton de Bueger waren bij deze heropening aanwezig. Bloemen, gestolen van het terras van de boerderij zelf (er verandert ook helemaal niks!), werden aangeboden als attentie en men deed zich tegoed aan het aangeboden koud buffet.
Het nuttigen van bier en het gedrag van studenten is in de afgelopen jaren dus weinig veranderd, maar ook de reislustigheid van Slowaken kent een lange geschiedenis. Vandaag de dag gaan we graag naar externe verenigingen tennis en mooie feestjes. In de beginjaren van Slow werd dit ook al gedaan, bijvoorbeeld in 1965 op het ‘peperbustoernooi’ in Zwolle. Helaas waren Slowaken destijds net zo matig succesvol als tegenwoordig en lag men al vroeg uit het toernooi. Gelukkig waren zon, gezelligheid en bier in die tijd ook al voldoende voor Slow-leden om een mooie tijd te beleven!
Bronnen: Almanak der Xe Lustrum der N.S.L.T.C. Slow, e-mail archieven & archeologische opgravingen.
Lang geleden, in het jaar 1962, kende de Keizerstad een handvol studenten met allen een gedeelde passie. Naast het drinken van bier, en voornamelijk heel hard studeren, vonden zij het belangrijk om een sportieve afleiding te hebben. Deze afleiding vonden zij in de tennissport.
Gekleed in té korte broekjes en gewapend met een houten tennisracket, riepen zij de studententennisvereniging N.S.L.T.C. Slow, de Nijmeegse Studenten Lawn Tennis Club Slow, in het leven. Deze naam is een persiflage op de flitsende namen van andere Nijmeegse tennisverenigingen, zoals Quick, Rapiditas en Avanti. Studenten zijn immers lui, dik en drinken alleen maar bier, zo luidt het vooroordeel.
Echter nu, ruim 50 jaar later, is deze vereniging van een uit de hand gelopen vriendenclubje, uitgegroeid tot een vereniging waar het Nijmeegse studentenleven niet langer meer omheen kan. Ongeveer honderd leden doen ieder voorjaar namens Slow mee aan de voorjaarscompetitie. Om het clubgevoel meer tot uiting te laten komen, werd dertien jaar geleden het clubblad SlowMotion in het leven geroepen. Daarnaast is er de mogelijkheid om verenigingskleding aan te schaffen.
Sinds jaar en dag kent Slow ook tal van leuke activiteiten naast de baan, zoals het introductieweekend, de Davis Cup, borrels, feesten en diners. Als klap op de vuurpijl organiseert Slow sinds 2011 het bekende ‘Slow in the Dark’ feest, dat met gemiddeld 1250 bezoekers al snel is uitgegroeid tot één van de grootste feesten die het studentenleven van Nijmegen rijk is.